Johan Meijerink

‘In zekere zin zijn jurken, kommen en huizen omhulsels. bij ria zijn deze omhulsels – zeker bij de huizen – massief en ontoegankelijk maar ze heeft ook huizen getekend die niets massief hebben, staketsels die zó toegankelijk zijn dat je er doorheen vliegt, alle kanten op. voor wie eens lekker door zo’n huis wil klossen is geen plaats. je krijgt het interieur van de huizen niet te zien. zelf geen suggestie ervan. met het innerlijk hebben we niks te maken lijkt de boodschap te zijn………
maar hoe is het mogelijk, ria krijgt het voor elkaar om een aantal van die hermetisch gesloten huizen aan het praten te krijgen. We zien twee tafeltjes en op die tafeltjes hebben twee huisjes in zachte pasteltinten plaatsgenomen. ze zijn in een elkander toegenegen kout gewikkeld. twee huisjes in vleeskleur, uiterst aandoenlijk, niet in een poging tot communicatie maar in hun blootje in een werkelijk gesprek geraakt, een gesprek voer je nu eenmaal niet zonder innerlijke betrokkenheid, dus er is interieur. het blijft een intrigerend geheim de huizen van ria,maar het grote voordeel van een niet prijsgegeven geheim is dat je er altijd naar kunt blijven gissen en naar speculeren.’

artgallery Meijerink&Frohn, 2002